Dacht je dat we de wereld rechtstreeks via onze zintuigen waarnemen? Waarschijnlijk niet, en we zouden helemaal gek worden als dat waar zou zijn.. Een overdaad aan prikkels zou ons brein overstromen en we zouden kopje onder gaan.
In ons brein wordt alle data die binnenkomt eerst gecodeerd en gefilterd. Wat belangrijk is bereikt ons als waarneming, en de rest wordt als ruis onderdrukt.
Er zijn prachtige experimenten die dat filteren laten zien, zoals dit filmpje over basketbal. Maar je kent ook vast de visuele illusie met de vaas en de twee gezichten wel: je kunt het ene element niet zien zonder het andere te negeren.
Het sturende mechanisme dat bepaalt wat weggefilterd wordt, en wat juist wordt versterkt, is aandacht. En als je weet hoe aandacht werkt, kun je sturen hoe de informatie van je presentatie binnenkomt bij je publiek.
Aandacht stuurt je filters bij
Denk aan aandacht als een mengpaneel. Je schuift het volume van relevante signalen omhoog en dat van ruis omlaag. Dat mengpaneel werkt niet alleen doelgericht, maar ook prikkelgestuurd. Doelgericht is wat jij bewust uitfiltert. Prikkelgericht is wat zich vanzelf aandient.
In een presentatie wil je de doelgerichte stand dominant maken. Dat lukt als jij bijvoorbeeld expliciet zegt waar het publiek naar moet kijken. Maar ook als je de visuele vorm zo kiest dat het juiste element vanzelf opvalt.
Stuur de aandacht in je presentatie
Een datapresentatie is geen opsomming van cijfers en ook geen carrousel van visuals. Je presentatie is eerder een route door de gegevens. Je laat eerst zien wat echt telt, wat minder belangrijk is demp je, en de rest laat je weg.
Inderdaad, dat vraagt om keuzes. Durf weg te laten wat niet bijdraagt aan jouw boodschap. Daarmee help je het filter van je publiek. Minder ruis betekent sneller begrip en minder kans op verkeerde conclusies.
Het begint allemaal met een glasheldere centrale boodschap. Zonder die boodschap wordt je hele presentatie wazig en moeilijk te volgen.
Zo doe je dat
- Met je woorden kun je de aandacht trekken en je publiek vertellen waar ze naar moeten kijken.. Bijvoorbeeld: “Hier zien we de churn rate in Q3” of “De scherpe stijging in de winst kwam als een verrassing.”
- Ook kun je de aandacht sturen met de tekst op je slide. Zorg voor een heldere titel waarin je de conclusie formuleert. En leg in de ondertitel kort uit hoe de visual deze conclusie laat zien.
- Laat overbodige informatie weg en zorg dat in een oogopslag duidelijk is wat belangrijk is in je visual. Bijvoorbeeld door de belangrijkste waarde uit te lichten.
Filter je visuals
Aandacht bepaalt wat je ziet en wat niet. Als jij de juiste elementen in je presentatie naar voren haalt, bepaal jij wat de aandacht trekt. Als voorbeeld: Je toont een staafdiagram met 10 categorieën. Alle staven zijn grijs. Maar die ene die je punt bewijst is blauw (want er zouden mensen kleurenblind kunnen zijn in je publiek). Je spreekt de boodschap van de slide hardop uit. Je wijst het bewijs aan. Je pauzeert kort om de boodschap door te laten dringen.
Zeven tips om de aandacht te richten met je visual
1. Kleur als spotlight
Gebruik één signaalkleur voor het hoofdpunt. Maak de rest grijs. Beperk het aantal kleuren tot wat echt nodig is. En houd rekening metde kleurenblinden.
2. Grootte en dikte
Zorg ervoor dat het belangrijke element groter of dikker is. Een dikkere lijn of een grotere marker wint het vanzelf van de rest. Voorkom spaghetti.
3. Positie en volgorde
Plaats het belangrijkste element zorgvuldig. Sorteer categorieën waar mogelijk op relevantie of waarde, niet alfabetisch. Je kunt ook gebruik maken van de regel van 3.
4. Label
Vermijd losse legenda’s die ogen laten zoeken. Als het gaat om het visualiseren van gegevens en het gebruiken van grafieken, zet een kort label naast de lijn of staaf waar het over gaat.
5. Contrast en witruimte
Zorg voor genoeg witruimte om je hoofdobject heen. Geef het wat ‘lucht’. Contrast trekt de aandacht, je hebt inmiddels geleerd dat te veel informatie het moeilijker maakt je aandacht erbij te houden.
6. Beperk vormen
Gebruik zo min mogelijk vormen tegelijk. Lijnen voor trends, staven voor hoeveelheden, punten voor verdelingen. Maar liever niet door elkaar.
7. Vermijd franje
Gebruik geen 3D-effect of schaduwen, geen patronen en rasters, tenzij het echt nodig is. Elk extra effect knabbelt aandacht weg die je publiek nodig heeft voor de inhoud. Dat geldt ook voor illustraties (plaatjes) en logo’s trouwens.
Conclusie: een praktische vuistregel
Laat bij het ontwerp van je presentatie deze gedachte leidend zijn: wie de aandacht stuurt, stuurt het filter. Wie het filter stuurt, bepaalt wat mensen echt zien en beïnvloedt daarmee welke conclusie zij zullen trekken. Neem je publiek mee op reis langs wat jou is opgevallen in de data, en ze zullen je eerder volgen in je conclusies en aanbevelingen.